Kook de rijst liefst een paar uur of een dag van tevoren. Nasi kun je namelijk het beste met koude rijst maken omdat deze dan het beste bakt.

Doe de kipfiletblokjes in een kom en voeg zout en peter toe. Ik heb de blokjes zelf gemarineerd (recept Indonesische kipsaté) maar dit hoeft niet.

Meng de ketjap met de sambal en laat dit even staan tot gebruik.

Doe wat olijfolie in een wok en verwarm de olie op hoog vuur. Voeg nu de kip en de ham toe en bak deze bruin en zorg dat de kip gaar wordt. Voeg nu ui, rode peper, knoflook, koriander en komijnpoeder toe en bak alles glazig. Dan de prei en de taugé toevoegen en bak dit een paar minuten mee. Je kunt eventueel ook nog sojascheuten toevoegen als je dit lekker vindt. Als de prei beetgaar is kan de rijst en het ketjapmengsel worden toegevoegd. Als je de kip in een marinademix hebt gehad dan kun je deze mix gebruiken om de nasi op smaak te brengen.  Nu moet het gerecht worden opgewarmd op een matig vuur anders verbrandt de rijst.

Maak ondertussen de eieren los met een vork en bak ze in een koekenpan. Snijd ze vervolgens in reepjes en schep de ei door de rijst.

Als het gerecht te flauw is kun je nog wat extra ketjap toevoegen.

Lekker met kroepoek en geraspte komkommer in het zuur.

Eet smakelijk.